De aandelenbeurzen in New York hebben een prachtige beursweek achter de rug. Op vrijdag ging de S&P 500 nog maar eens met 1,73% omhoog tot 4.280 punten. De Nasdaq Composite kon zelfs 2,09% bijschrijven en eindigde op 13.047 punten. Aandelen gingen over een breed front omhoog. Big Tech was duidelijk in trek, met winsten voor Tesla van 4,7% en 2,4% voor Alphabet.
Voornamelijk de afkoelende inflatie lijkt de koopbereidheid onder beleggers weer aan te wakkeren. Wall Street kon hierdoor voor de 4e week op rij met winst de week afsluiten. Maar beleggers vragen zich nu vooral af of de bodem uit juni het dieptepunt is geweest of dat we te maken hebben met een klassieke bearmarket rally. De afname van de inflatie is in ieder geval hoopvol en zal mogelijk de Fed doen besluiten de rente eind september met slechts 50 basispunten te verhogen in plaats van met 75. Tegelijkertijd is een inflatie van 8,5% nog altijd schrikbarend hoog en de werkloosheid laag. De mismatch op de arbeidsmarkt zet bovendien druk op de participatiegraad en zorgt voor stijgende lonen. Hogere lonen kunnen mogelijk weer een voedingsbron vormen voor aanhoudende inflatie.
Deze week kijken beleggers vooral uit naar cijfers over de Amerikaanse winkelverkopen. In het kielzog daarvan verwerken beleggers een reeks aan kwartaalcijfers van de grote retailers, waaronder Home Depot, Walmart, Macy’s en Target.
Azië gemend, maar Europa opent duidelijk hoger
De beurzen in Azië zijn met een gemengd beeld aan de nieuwe beursweek begonnen. De Japanse Nikkei kon 1,14% bijschrijven en de beurzen in Australië en Zuid-Korea gingen ook omhoog. In China lieten de Shanghai en de Hang Seng index kleine verliezen zien. Beleggers reageerden teleurgesteld op slechter dan verwachte data. Zo groeiden de detailhandelsverkopen met slechts 2,7% op jaarbasis, terwijl analisten een stijging van 5% hadden voorspeld. De industriële productie steeg met 3,8% en bleef daarmee ook fors onder de verwachte 4,8%. Ook de hoge werkloosheid onder jong