Verenigde staten
De Amerikaanse aandelenmarkten bleven donderdag dicht bij huis. De S&P 500 en de Dow Jones sloten nagenoeg vlak, terwijl de technologie-index NASDAQ een lichte stijging van 0,28% liet zien.
Quantumaandelen leken weer helemaal terug van weggeweest. Eind 2024 kenden de aandelen in deze sector enorme stijgingen, dankzij nieuwe ontwikkelingen die het gebruik van quantumcomputers dichterbij brachten. Sinds de start van dit jaar leek er echter wat lucht uit de sector te ontsnappen, met forse koersdalingen tot gevolg. Donderdag kreeg de sector echter een nieuwe rugwind. De CEO van IonQ, Niccolò de Masi, gaf een interessant interview aan het financiële nieuwsmedium Barron’s. De Masi vergeleek zijn bedrijf met Nvidia. Volgens hem heeft IonQ, net als Nvidia bij GPU’s, een grote voorsprong op andere bedrijven, die moeilijk in te halen zal zijn. Hij is er dan ook van overtuigd dat IonQ de “Nvidia van quantumcomputing” wordt. Het aandeel van zijn bedrijf reageerde alvast positief op het interview: IonQ sloot de dag af met een winst van 36,56%. Ook andere aandelen in de sector profiteerden van het optimisme. Rigetti Computing en D-Wave Quantum stegen respectievelijk met 26% en 24%.
Terwijl quantumaandelen het goed deden, stonden aandelen in groene energie onder druk. De Invesco Solar ETF kende een tweede verliesdag op rij, en de vierde in vijf dagen. De ETF daalde met 8% en beleefde daarmee haar slechtste handelsdag sinds november 2024. Aandelen in zonne-energie stonden onder druk door zorgen dat een Republikeinse belastingwet een einde zou maken aan de belangrijke financiële voordelen waar schone energie momenteel van profiteert. Het aandeel van Sunrun daalde met maar liefst 38% en beleefde daarmee haar slechtste dag sinds de beursgang in 2015. SolarEdge verloor bijna 25%, terwijl Enphase Energy 20% lager sloot.
Blik op Azië
De markten in Azië laten overwegend een stijging zien. De Japanse Nikkei 225 steeg met 0,51%, terwijl de breder samengestelde Topix 0,73% hoger noteerde. De Hang Seng-index in Hongkong boekte een lichte winst, terwijl de CSI 300 van het Chinese vasteland een daling van 0,64% liet zien.
De kerninflatie in Japan steeg naar 3,5% en bereikte daarmee het hoogste peil in meer dan twee jaar. De cijfers onderstrepen het dilemma van de Bank of Japan: enerzijds de prijsdruk door aanhoudende voedselinflatie, anderzijds de tegenwind voor economische groei veroorzaakt door de tarieven van de Amerikaanse president Donald Trump. Deze hogere inflatie zet extra druk op de Bank of Japan om bij haar volgende vergadering in juli de rente verder te verhogen. De centrale bank beëindigde vorig jaar een decennialang stimuleringsprogramma en begon met renteverhogingen. Als de BOJ opnieuw de rente verhoogt, zou dat de vierde renteverhoging sinds maart 2024 betekenen.
Verder blijven de Verenigde Staten en China werken aan een handelsdeal om de tarieven over en weer te verlagen. Beide landen zijn overeengekomen de communicatielijnen open te houden na een gesprek tussen hoge ambtenaren op donderdag. Eerder deze maand ontmoetten delegaties elkaar in Zwitserland, wat leidde tot een verlaging van de torenhoge invoertarieven die wederzijds waren opgelegd. Van een brede overeenkomst is echter nog geen sprake. Het telefoongesprek van donderdag wijst er wel op dat beide partijen blijven streven naar een deal en daarvoor openstaan.
Blik op Europa
De Europese markten sloten donderdag collectief lager. De BEL20 was de sterkste daler met een verlies van 0,80%. De Franse CAC40, de Duitse DAX en de Britse FTSE100 noteerden allemaal een daling van ongeveer 0,50%. De pan-Europese